Inleiding
Deze pagina geeft uitleg over een verlamming van de spieren van het aangezicht aan één zijde: een perifere aangezichtsverlamming.
Er zijn aanwijzingen dat dit mogelijk wordt veroorzaakt door het actief worden van een reeds in het zenuwweefsel aanwezig virus (herpes simplex type 1). Dit virus veroorzaakt een ontstekingsreactie in de aangezichtszenuw (nervus facialis), gepaard gaande met oedeem (zwelling) en compressie (druk) van de aangezichtszenuw in een nauw, benig, 3 cm lang kanaal (tunnel) om deze zenuw. Als gevolg hiervan kan deze zenuw alle spieren van het aangezicht aan die zijde niet meer aansturen.
Deze aandoening wordt een verlamming van Bell genoemd naar de Engelsman Sir Charles Bell (1774-1842). Hij was de eerste die de aangezichtszenuw beschreef.
De aangezichtsverlamming lijkt vaak te ontstaan na een periode van afkoeling of tocht (b.v. een open autoraampje), hevige emoties of spanningen. De verlamming heeft zeker niets te maken met een aandoening in de hersenen. Bij een hersenbloeding bestaat alleen een verlamming ter hoogte van de mond en niet ter hoogte van het oog of voorhoofd.
Een aangezichtsverlamming komt even vaak voor bij mannen als bij vrouwen en even vaak links als rechts.
In Nederland wordt deze verlamming bij ongeveer 1 op 5000 volwassenen per jaar gezien. Bij kinderen komt deze verlamming minder vaak voor.
Verschijnselen
Scheef gezicht
Door de uitval van de aangezichtszenuw kunnen de spieren van één zijde van het aangezicht minder of niet meer gebruikt worden. Als gevolg daarvan staat het gezicht scheef.
Ogen
Eén oog kan niet meer gesloten worden, zodat het oog kan ontsteken door uitdroging.
Wanneer men tracht het oog te sluiten, ziet men de oogbol naar boven draaien. In normale omstandigheden is dat ook zo, maar dat is dan niet zichtbaar, omdat het ooglid gelijktijdig sluit.
Mond
Eén mondhoek hangt af en er kan speeksel uit de mond lopen. U kunt minder goed de lippen gebruiken bij het tuiten van de lippen. Het uitspreken van letters, zoals de “p”, gaat moeilijker.
Smaak
De aangezichtsverlamming wordt vaak voorafgegaan door een veranderde smaak op de tong (thee of koffie smaakt anders of er bestaat een bittere smaak in de mond). Dit komt omdat de aangezichtszenuw een aftakking voor de smaak naar de tong heeft.
Oorpijn
Mogelijk door lichte druk op de aangezichtszenuw kan een licht zeurende pijn achter het oor ontstaan.
Gehoor
Doordat de aangezichtszenuw een aftakking heeft naar een spiertje in het middenoor, dat de trillingen van een gehoorbeentje kan beperken, worden harde geluiden minder gedempt. Geluiden kunnen daardoor hol klinken en soms zelfs pijn doen.
Beloop
Het beloop is afhankelijk van de ernst van de verlamming. De aangezichtsverlamming kan totaal zijn, maar ook gedeeltelijk:
een gedeeltelijke verlamming
Een gedeeltelijke verlamming zal zonder medicijnen meestal totaal herstellen. Zonder behandeling geneest ongeveer 70% van alle patiënten restloos. Bij de overige 30% ontstaat beschadiging van de aangezichtszenuw en zullen er in meer of mindere mate restverschijnselen (zie verder) blijven bestaan.
een (bijna) totale verlamming
Bij een totale of bijna totale verlamming wordt behandeling met medicijnen overwogen, omdat de kans op volledig herstel dan waarschijnlijk groter is.
Daarnaast is het herstel duidelijk leeftijdsafhankelijk. Met toenemen van de leeftijd neemt ook de kans op totaal herstel duidelijk af (boven de 60 jaar slechts bij 37% van de patiënten).
Wanneer drie weken na het begin van de verlamming nog geen verbetering zichtbaar is, is de kans groot dat het herstel uiteindelijk niet volledig zal zijn.
Sommige aangezichtsverlammingen zijn direct totaal, andere worden geleidelijk erger. Het herstel kan al na een paar dagen beginnen, maar in het slechtste geval kan pas na 4 maanden het begin van herstel te zien zijn.
Onderzoek
Omdat, naast een virale infectie van de aangezichtszenuw, tal van andere oorzaken, in of rondom het oor gelegen, een dergelijke aangezichtsverlamming kunnen veroorzaken, is vaak een keel-, neus- en oorheelkundig onderzoek nodig.
Oorzaken, zoals een middenoorontsteking, gordelroos, afwijkingen in de oorspeekselklier en dergelijke, moeten worden uitgesloten. Verder wordt soms een eenvoudig bloed- en urineonderzoek verricht ter uitsluiting van andere infecties (bijvoorbeeld Ziekte van Lyme), suikerziekte, enz. Indien nodig zal nog verder onderzoek gedaan worden, zoals radiologisch onderzoek, onderzoek van gehoor en evenwichtsorgaan. De bedoeling van dit onderzoek is zeldzamere andere oorzaken van de aangezichtsverlamming uit te sluiten.
Verder zal telkens vastgelegd worden welke spieren (nog) verlamd zijn en in welke mate.
Behandeling
Geruststelling
Zodra het nodige onderzoek is verricht, wordt u gerustgesteld betreffende de oorzaak van de aangezichtsverlamming. Met nadruk moet erop gewezen worden dat deze verlamming niet berust op een beroerte of andere levensbedreigende ziekten.
Rust
Verder is het van belang dat u zeker 2 weken rust houdt. Bedrust is daarbij niet per se noodzakelijk. Wel is het verstandig bovenmatige, lichamelijke of geestelijke inspanning, evenals tocht en afkoeling te vermijden.
Medicijnen
Bij een ernstige uitval van de aangezichtszenuw door een virus, nadat andere oorzaken van een zenuwverlamming zijn uitgesloten, is het aan te raden binnen een week (zo vroeg mogelijk) met medicijnen te beginnen.
Op deze wijze wordt één op de drie patiënten met een verlamming van Bell met medicijnen behandeld.
De werking van de medicijnen is gericht tegen de zwelling (prednison) en tegen de ontsteking (valaciclovir).
De in het schema genoemde medicijnen mogen niet worden gegeven bij suikerziekte, hoge bloeddruk, maagzweer, tuberculose, zwangerschap, andere virusinfecties, lever- en nierfunctiestoornissen en afweerstoornissen. Bij vermoeden van een van deze aandoeningen moet u dit met uw KNO-arts bespreken.
Mondklachten
Omdat het drinken vaak moeilijk is door het scheef hangen van de mond, kunt u tijdelijk met een rietje drinken.
Oogklachten
Om problemen met het oog te voorkomen, wordt meestal geadviseerd ‘s nachts het oog te beschermen met een zogenaamd horlogeglasverband (Pro-Ophta S (Lohmann) groot nr. 34229 (evt. klein nr. 34227)). Dit verband dat vastgeplakt moet worden rondom de oogkas, moet voorkomen dat het oog ’s nachts beschadigd wordt door uitdrogen. Wanneer het glas aan de binnenkant beslaat, dan sluit de pleister goed af en zit deze goed.
Zo vaak als nodig kan overdag het oog gedruppeld worden met hypromellose 0,3% FNA oogdruppels.
Een aantal patiënten zal naar de oogarts verwezen worden om eventuele beschadiging van het hoornvlies van het oog te voorkomen of te behandelen.
Controles
In de beginperiode zult u in de eerste 6 weken één of meermalen gecontroleerd worden. Indien de aangezichtsverlamming gunstig verloopt, wordt u meestal na 4 maanden uit controle ontslagen.
Mocht ongeveer 1 jaar na het begin van de verlamming geen totaal herstel zijn opgetreden, dan moet u via uw huisarts bij uw KNO-arts nogmaals een afspraak maken. Er wordt dan eventueel nieuw onderzoek gedaan en/of u wordt verwezen. Mocht u binnen één jaar behoefte hebben aan een extra advies, dan is het altijd mogelijk telefonisch een afspraak te maken (tel. 020-6 346 212).
Restverschijnselen
Jammer genoeg kunnen restverschijnselen na een aangezichtsverlamming niet altijd vermeden worden. Dit gebeurt gelukkig zelden (ongeveer 15%).
De kans op het krijgen van restverschijnselen is groter bij:
- het krijgen van een aangezichtsverlamming als u ouder bent dan 60 jaar en
- een langzaam herstel (later dan 3 maanden na aanvang).
Restverschijnselen bestaan uit:
- een verminderde functie van de aangezichtsspieren,
- meebewegen van het oog bij mondbewegingen en omgekeerd (dit berust op een verkeerde uitgroei van de zenuwvezels waardoor de signalen uit de aangezichtszenuw bij de verkeerde spier terechtkomen),
- het gevoel van een strak gezicht door verlittekening,
- een tranend oog bij eten of spreken (‘krokodillentranen’).
Behandeling op lange termijn
Na 8 maanden (er moet voldoende beweging in het gezicht zijn teruggekeerd) kan eventueel beoordeeld worden of u nog baat zult hebben bij speciale revalidatieoefeningen gebaseerd op principes uit de mime (‘mimetherapie’). Deze behandeling berust vooral op ontspanningsoefeningen, ademhalingsoefeningen, massage en opnieuw leren coördineren van de bewegingen in het gezicht. Alleen als u gemotiveerd bent, kan deze behandeling, die voor u arbeidsintensief is, succesvol zijn. Wij verwijzen hiervoor naar een gespecialiseerde fysiotherapeut met wie wij samenwerken.
Tot slot
Een tweede aangezichtsverlamming aan dezelfde of aan de andere kant van het gezicht is mogelijk. Het betekent niet noodzakelijkerwijs dat de tweede aangezichtsverlamming ernstiger zou zijn dan de eerste.
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u altijd bij een KNO-arts terecht (tel. 020-6 346 212).
Literatuur:
“De aangezichtsverlamming voorbij” onder redactie van Ronald van Gelder (ISBN 90 352 2635 2) € 27,50.
Dankbetuiging aan dr. P.P. Devriese, voormalig KNO-arts in het AMC, voor zijn kritische opmerkingen.