Inleiding
Deze voorlichtingspagina geeft inzicht in het hoe en waarom van een kijkoperatie van de keel en/of strottenhoofd.
Onderzoek onder narcose
Als het nodig is om diep in de neuskeelholte te kijken, is dat soms niet mogelijk onder lokale verdoving. Dan is een kijkoperatie onder narcose aangewezen. Als u onder narcose bent, wordt zonder dat u er last van heeft uw neus, keel en/of strottenhoofd onder anesthesie (narcose) goed bekeken. Als er iets afwijkends wordt gezien, worden tijdens de narcose één of meer biopten genomen. Dat zijn kleine stukjes weefsel die onder de microscoop onderzocht worden. Als dat nodig en mogelijk is, wordt de afwijking in zijn geheel weggehaald. Dat bespreekt uw KNO-arts van te voren met u.
De voorbereidingen direct na het polibezoek
Als u samen met de KNO-arts heeft besloten tot een kijkoperatie, gaat u naar het Patiënten Service Bureau (PSB – route 25) waar de PSB-medewerker een combinatieafspraak maakt voor het PSB en de anesthesioloog (route 32). U wordt gevraagd om een (digitale) vragenlijst voor de anesthesioloog in te vullen. Vervolgens krijgt u een afspraak voor een (digitaal) gesprek met een verpleegkundige van het Patiënten Service Bureau en de anesthesioloog. Op deze manier worden alle benodigde gegevens die van belang zijn voor de operatie verzameld.
Aan de hand van een vragenlijst en lichamelijk onderzoek regelt de anesthesioloog eventuele aanvullende voorzorgsmaatregelen zodat de narcose goed verloopt. Soms is aanvullend onderzoek (bloedonderzoek, röntgenfoto van de borstkas, elektrocardiogram (hartfilmpje) of longfunctietest) nodig. Eventuele vragen over de narcose en medicijnen kunt u aan de anesthesioloog stellen.
Wanneer de anesthesioloog heeft beoordeeld dat u de narcose kan ondergaan, zal het Patiënten Service Bureau contact met u opnemen om een datum voor de kijkoperatie af te spreken.
De kijkoperatie
Deze kijkoperatie vindt plaats onder narcose. Dat heeft te maken met de locatie die goed bekeken moet worden. De operatie is inwendig, soms via de neus, meestal via de mondholte. Er ontstaan dus geen uitwendige littekens. De ingreep duurt maximaal een half uur. De risico’s van deze ingreep zijn heel beperkt. Soms kunt u op de plek waar een stukje weefsel weggehaald wordt tijdelijk een vervelend gevoel ervaren. Gebruik dan paracetamol. Als de KNO-arts met een starre buis (scoop) moet kijken is er een heel klein risico op een tijdelijk doof gevoel van de tong, of slijmvliesbeschadiging (bijvoorbeeld een blauwe plek, een wondje). Als u geen boventanden heeft en een gebitsprothese draagt, kunt u een paar dagen last hebben van kleine wondjes van het slijmvlies van de bovenkaak. Er is een klein risico dat door de ingreep uw eigen boventanden tijdelijk iets losser of pijnlijk aanvoelen, of dat een klein stukje dat afbreekt van uw tand. Om dit te voorkomen gebruiken we een gebitsbeschermer.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen
Als u rookt wordt u dringend verzocht het roken vóór de operatie te staken (definitief!). Niet alleen heeft roken een nadelige invloed op de narcose, maar ook op de genezing van het eventuele wondje wat ontstaat door het nemen van een biopt. Als u na een kijkoperatie moet hoesten door het roken is dat bovendien schadelijk, het risico op ontstaan van bijvoorbeeld een bloeding en een infectie wordt door roken groter.
Als u bloedverdunners gebruikt, medicatie die invloed heeft op hoe snel het bloed stolt, bespreekt de KNO-arts van te voren met u of u daarmee door kan gaan of dat u tijdelijk stopt. Het gaat dan bijvoorbeeld om ASPIRINE-bevattende medicijnen (Aspro®, Sinaspril®, Ascal®, APC®), acenocoumarol (Sintrom®), fenprocoumon (Marcoumar®), dabigatran (Pradaxa®), en rivaroxaban (Xarelto®). Ook wordt door de operateur aangegeven wanneer u, als u moet stoppen, weer mag herstarten.
Op de dag van de operatie dient u nuchter te zijn. Dit betekent dat u niet mag eten de dag van de operatie voorafgaand aan de ingreep. De instructie uit de informatiefolder van de Dagkliniek moet u strikt opvolgen, anders gaat de operatie niet door.
Rondom de operatie
Wat neemt u mee: nachtgoed, kamerjas en pantoffels, uw medicijnen en afspraakkaart. Laat kostbaarheden, zoals sieraden en (veel) geld thuis!
De dag van de ingreep mag u zich melden op de afgesproken afdeling (doorgegeven door de opname-afdeling op de afgesproken tijd). Dit is meestal op de Dagkliniek (2 West; 2e verdieping).
De verpleegkundige maakt u wegwijs op de afdeling, wijst u een bed, heeft nog enkele vragen, doet eenvoudig onderzoek en controleert of u nuchter bent. U krijgt een naambandje voor om uw pols en een operatiejasje om aan te trekken.
U wordt vlak voor de operatie naar de voorbereidingskamer bij de operatiekamer gebracht. U krijgt een infuus, zodat u op de operatiekamer daarmee onder narcose kan worden gebracht. Als u na de operatie weer goed wakker bent, wordt u van de uitslaapkamer naar de afdeling gebracht.
U mag dezelfde dag weer naar huis. U krijgt dezelfde dag, voor u naar huis gaat, van de KNO-arts te horen wat er is gezien. Als er weefsel is opgestuurd naar het laboratorium, krijgt u de uitslag binnen 1 week.
Hoesten en schrapen
Hoesten en schrapen van de keel zijn niet goed voor de wondgenezing. Met hoesten en schrapen tracht u het slijmvlies in de keel of kriebel weg te werken. Dat gevoel komt echter snel weer terug. Het is daarom beter een slokje water te drinken of even te neuriën (zoemen), daardoor gaat het vervelende gevoel en slijm grotendeels weg. Probeer zoveel mogelijk door de neus te ademen, dan wordt de keel niet droog en ontstaat er minder neiging tot hoesten.
Bloed en pijn
Door slijmvliesirritatie van de keel en door het operatiewondje kan tijdelijk (meestal niet langer dan 3 weken) een vervelend gevoel bestaan. U kunt een spoortje bloed opgeven bij het hoesten. Dat is niet ernstig. Na een week moet dit over zijn. Uw tong en nek kunnen een paar dagen pijnlijk aanvoelen. U mag zo nodig tot 4 x daags 1000mg paracetamol gebruiken, en eventueel kan een fysiotherapeut de nek los masseren.
Werken en eten
Na de ingreep mag u alles eten en drinken wat u normaal ook doet, het is alleen verstandig om niet te heet en niet te pittig te eten. De meeste mensen kunnen de dag na de ingreep weer aan het werk. Wel is het wijs om de eerste drie dagen niet teveel te persen, hoesten, niezen en tillen.
Controle
Voordat u naar huis gaat, bespreekt u met uw KNO-arts wat er is gezien en wat eventuele vervolgstappen zijn. Als er weefsel is opgestuurd naar het laboratorium, krijgt u de uitslag binnen 1 week. De verpleegkundige maakt deze afspraak.